jaarverslag 2018

Overzicht van baten en lasten en toelichting

Milieu

Programma 4 Milieu

Programma 4

Milieu

Jaarrekening
2017

Ontwerp begroting 2018

Actuele begroting 2018

Jaarrekening 2018

Bedrag verschil

Begroting 2019

Lasten

28.014

24.647

53.818

39.566

14.252

36.133

Baten

-7.894

-2.980

-6.586

-4.059

-2.527

-2.980

Saldo van baten en lasten

20.120

21.667

47.232

35.507

11.725

33.153

Stortingen reserves

18.044

0

5.752

12.756

-7.004

4.733

Onttrekking reserves

-1.008

0

-5.268

-4.919

-350

-1.411

Resultaat

37.156

21.667

47.716

43.344

4.372

36.475

Toelichting

In onderstaande tabel wordt het verschil tussen de actuele begroting en de jaarrekening nader gespecificeerd.

#

Omschrijving

Bedrag
(x € 1.000)

V= voordeel / N= nadeel

Neutraal / Uitgestelde Intentie

Lasten

14.252

V

1

Correctie voorziening Bodemsanering

8.664

Storting (26), baten (19)

2

Subsidie CO2/glastuinbouwprojecten

4.500

V

Resv. W&E

3

Verliesvoorziening PDENH

-4.031

N

4

Geothermie

1.500

V

Resv. W&E

5

Omgevingsdiensten

1.132

V

UI

6

Terugontvangen bijdragen Omgevingsdiensten

470

V

7

Participatiefonds Duurzame Economie

-658

N

8

Monitoring luchtkwaliteit

577

V

UI

9

Fonds Nazorg gesloten stortplaatsen

  414

V

Baten (21)

10

Bodemsanering locaties

377

V

Onttrekking (27)

11

Subsidies energiebesparing bestaande woningbouw

-235

N

Resv. AP 2010

12

Circulaire economie

287

V

Resv. W&E

13

Beleidsontwikkeling Milieu

174

V

14

Projecten duurzame energie

156

V

Resv. EXIN-H

15

Investeringsprogramma Duurzame Energie

148

V

UI

16

Nazorg stortplaatsen

114

V

17

Afrekeningsverschillen

447

V

Stelpost prog. 8

18

Apparaatskosten

-147

N

Stelpost progr. 8

Overige verschillen afzonderlijk kleiner dan € 100.000

363

Baten

-2.527

N

19

Correctie voorziening Bodemsanering

-1.572

Lasten (1), Storting (26)

20

Fonds Nazorg gesloten stortplaatsen provincie Noord-Holland

-414

N

Lasten (9)

21

Bodembeheertaken

-389

N

22

Dwangsommen t.a.v. handhaving milieuwetgeving

273

V

23

Legesopbrengsten uitvoering Wabo

-101

N

24

Legesopbrengsten ontgrondingen

-97

N

25

Afrekeningsverschillen

-56

N

Stelpost prog. 8

Overige verschillen afzonderlijk kleiner dan € 100.000

-171

N

Stortingen reserves

-7.004

N

26

Correctie voorziening Bodemsanering

-6.952

Lasten (1), baten (19)

Diverse verschillen afzonderlijk kleiner dan €100.000

-52

Onttrekking reserves

-350

N

27

Lagere onttrekking reserve bodemsanering

-350

N

Lasten (10)

Toelichting

Lasten

  1. Deze mutatie bestaat grotendeels uit een vrijval van de voorziening Bodemsanering ad € 8,5 miljoen. De reden van deze vrijval is een correctie. Bij de jaarrekening is geconstateerd dat de voorziening Bodemsanering uit 3 verschillende geldstromen bestaat: eigen middelen van de provincie (ad € 6.952.000), van medeoverheden verkregen middelen (ad € 1.572.000, zie nr 19) en van derden (particulieren) verkregen afkoopsommen. Volgens geldende wet- en regelgeving is het niet toegestaan de van derden verkregen middelen in een voorziening te storten, maar dienen deze middelen verantwoord te worden onder de balanspost “Vooruitontvangen middelen, categorie overheden” (zie bij baten, nr. 19). De eigen middelen van de provincie moeten bovendien niet worden verantwoord in een voorziening maar in een bestemmingsreserve (zie stortingen reserves, nr. 26). Daarnaast is er sprake van een lagere storting van € 140.000 vanwege een drietal projecten waarbij vertraging is opgetreden, waardoor de begrote afkoopsommen in 2018 niet tot betaling gekomen.
  2. PS hebben in 2018 € 24,4 miljoen beschikbaar gesteld vanuit motie 110 voor energietransitie. Hiervan is in 2018 € 20 miljoen geraamd en ruim € 14 miljoen tot besteding gekomen. De onderbesteding van € 6 miljoen bestaat € 4,5 miljoen CO2/glastuinbouwprojecten en € 1,5 miljoen geothermie. De provincie was in 2018 voornemens om CO2/glastuinbouwprojecten te subsidiëren. Het betreffen staatssteunprojecten waarvan het goedkeuringstraject (notificatietraject) langer duurt dan verwacht doordat de EU aanvullende vragen heeft gesteld. De verwachting is dat er in maart 2019 wel duidelijkheid is rondom de goedkeuring. Besteding van de € 4,5 miljoen is nu voorzien in 2019. In 2018 zijn zowel de lasten in programma 4 als de onttrekking uit de reserve Werkgelegenheid en Economie in programma 5 € 4,5 miljoen lager uitgevallen.
  3. In de jaarrekening 2017 is voor PDENH een verliesvoorziening genomen van € 363.122. In 2018 is een aanvullende verliesvoorziening genomen van €4.030.730, zodat de totale verliesvoorziening neerkomt op € 4.393.852. Deze verliesvoorziening is genomen doordat er een waardeverschil is tussen het eigen vermogen van PDENH in 2018 (ad € 14.616.148) en het door ons gestorte kapitaal (ad €19.010.000). Dit verschil is ontstaan door mutaties in boekwaarden (afwaardering) van de financieringen verstrekt door PDENH, doordat deze waardes in de toekomst kunnen veranderen wordt dit verschil niet afgeboekt op de provinciale deelneming in PDENH.
  4. De provincie had verwacht het convenant en de samenwerkingsovereenkomst rondom geothermie in 2018 te tekenen, waarna gestart had kunnen worden met de activiteiten welke in 2018 en 2019 stonden gepland. Dit is niet meer in 2018 gelukt vanwege de vertraging in de onderhandelingen tussen Energie Beheer Nederland en het Rijk. Naar verwachting zal het wel in 2019 gaan lukken. In 2018 zijn zowel de lasten in programma 4 als de onttrekking uit de reserve Werkgelegenheid en Economie in programma 5 € 1,5 miljoen lager uitgevallen.
  5. Voor vergunningverlening door de Omgevingsdiensten voor bijzondere eenmalige projecten is incidenteel budget beschikbaar gesteld. Deze projecten maken geen deel uit van de jaarlijks met de OD’s te sluiten overeenkomsten. Doordat de projecten vertraging oplopen, door verschuivingen in de planning van het totale project, vindt een deel van de vergunningverlening in 2019 plaats. De lagere lasten in 2018 van € 1,1 miljoen worden als uitgestelde intentie meegenomen naar 2019.
  6. Van de omgevingsdiensten zijn delen van in voorgaande jaren verstrekte bijdragen terugontvangen. Het betreft hier onder meer het restant van de bijdrage in de oprichtings- en inrichtingskosten van de OD Noordzeekanaalgebied (€ 410.000). Daar staat echter een hogere eindafrekening 2018 van € 297.000 tegenover. Daarnaast bestaat de terugontvangen bijdrage uit het positieve resultaat (in totaal € 357.000) van de jaarrekeningen van de Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland-Noord, de OD Flevoland, Gooi en Vechtstreek en de OD IJmond.
  7. Participatiefonds Deelname Duurzame Economie. In 2018 zijn bijdragen aan de beheerlasten over het 3e en 4e kwartaal 2017 door het fonds aan de provincie gefactureerd, meer lasten, € 423.000, nadelig. Verder is in de begroting 2018 geen rekening gehouden met de BTW component over de beheerlasten 2018, waardoor de lasten € 235.000 hoger zijn uitgevallen.
  8. De uitwerking van Motie 110, onderdeel Monitoring luchtkwaliteit heeft meer tijd gekost dan verwacht waardoor de uitvoering grotendeels in 2019 in plaats van in 2018 zal plaatsvinden. Het budget van € 386.000 wordt als uitgestelde intentie meegenomen van 2018 naar 2019. Daarnaast heeft, doordat extra onderzoek is gedaan voor het bepalen van de plandrempel in het Actieplan geluid, de vaststelling van het plan vertraging opgelopen. Het hiervoor beschikbaar gestelde budget zal in 2019 worden ingezet voor de uitvoering van het Actieplan geluid. Het in 2018 niet bestede budget (€ 191.000) wordt als uitgestelde intentie meegenomen naar 2019.
  9. De opbrengst van de nazorgheffing wordt jaarlijks doorbetaald aan het Nazorgfonds. Omdat de begroting 2018 van het Nazorgfonds toereikend was, is er geen nazorgheffing t.b.v. de stortplaatsen opgelegd. Tegenover deze lagere lasten van € 414.000 staan ook lagere baten (zie nr. 20 onder baten).
  10. De sanering voor de locatie 't Horntje heeft door gebrek aan draagvlak van de omwonenden niet plaatsgevonden en is voorzien in 2019. Hiervoor was een bedrag geraamd van € 125.000. Daarnaast is voor de locatie Broekhavenweg de aanbesteding t.o.v. de raming € 142.000 lager uitgevallen. Voor de locatie Koningsplein bleek het statusrapport verouderd en moet er een nieuw saneringsplan worden opgesteld, waardoor het budget € 30.000 niet is gebruikt. Tenslotte bleek voor het team Aanpak spoedlocaties minder inhuur (ad € 80.000) nodig te zijn dan was voorzien. Hier tegenover staat een lagere onttrekking aan de reserve Bodemsanering (zie nr. 24).
  11. Voor Energiebesparing bestaande woningbouw zijn meer subsidies in 2018 verleend dan verwacht. Voor deze verleningen waren subsidieplafonds opengesteld voor meerdere jaren. De hogere lasten van € 235.000 in programma 4 worden gedekt door een hogere onttrekking uit de reserve Actieprogramma 2010 in programma 8.  
  12. Voor het onderwerp circulaire economie is minder uitgegeven aan de sporen CIRCO-tracks, ketenvorming en de West-as. Een CIRCO track is een meerdaagse programma waarin verschillende belangstellende kennis maken en aan de slag gaan met circulair economie. Er is in 2018 één track geweest die, als pilot, door het Rijk is betaald in plaats vanuit het provinciaal budget. Het bleek vervolgens zeer moeizaam om bedrijven en belangstellenden te betrekken. Hierop is actie ondernomen (gebruik nieuw netwerk: Impact Hub, gebruik branche organisaties), maar dit heeft pas in 2019 tot een track geleid. Verder is ketenvorming nog niet geoperationaliseerd doordat de onderzoeken naar kansen meer tijd hebben gekost. Daarnaast is het onderzoek naar de West-As in 2018 afgerond. Besloten is om het initiatief voor de uitvoering in de regio te leggen (bij het MRA). Hierdoor zijn in 2018 zowel de lasten in programma 4 als de onttrekking uit de reserve Werkgelegenheid en Economie in programma 5 € 278.000 lager uitgevallen. 
  13. Omdat de verwachting was dat de Omgevingswet zou ingaan per 2018, is dat als einddatum voor het milieubeleid aangehouden. Nu de Omgevingswet is uitgesteld (tot 2021) is het huidige beleid in stand gehouden en zijn er in 2018 geen uitgaven gedaan voor het Milieubeleidsplan. De lasten zijn daardoor € 174.000 lager uitgevallen.
  14. Vanwege de verschuiving naar een landelijke datawerkgroep in het kader van de Regionale Energiestrategieën, zijn de activiteiten in dit kader voor de provincie Noord-Holland afgerond. Hierdoor is in programma 4 € 156.000 minder uitgegeven dan verwacht en wordt er in programma 8 minder onttrokken uit de reserve EXIN-H.
  15. De ondertekening van het landelijk klimaatakkoord is een aantal maanden vertraagd. Hierdoor zijn niet alle beschikbaar gestelde middelen van het Coalitieakkoord in 2018 tot besteding gekomen. Deze middelen worden meegenomen als uitgestelde intentie en in 2019 ingezet voor de ondersteuning van de uitvoering van het klimaatakkoord.
  16. De sluitingsprocedure van de stortplaats Hollands Brug en Schoteroog heeft vertraging opgelopen in verband met het verzoek van de exploitant (Afvalzorg) om een uitspraak te doen naar de verlengde levensduur van de door hun aangebrachte alternatieve bovenafdichting (lekdetectie met HDPE folie) op Hollandse Brug en Schoteroog. De exploitant heeft een onderzoek naar de levensduur van lekdetectie ingediend. Echter om een uitspraak te kunnen doen dient de exploitant ook onderzoek naar de levensduur van de folie uit te voeren. Dit onderzoek naar folie vergde veel meer tijd dan was voorzien. Hierdoor is er vertraging ontstaan in het “levensduuronderzoek” van de Advieskamer Stortbesluit (AKS) en heeft de sluiting van stortplaats Hollands Brug en Schoteroog niet plaatsgevonden in 2018. De lasten in 2018 zijn hierdoor € 114.000 lager uitgevallen.
  17. Lasten zoals subsidies worden soms administratief afgehandeld in een later jaar dan waarop de subsidie betrekking heeft. Bij deze eindafrekening wordt aan de hand van de subsidievoorwaarden en de werkelijke kosten het precieze bedrag van de subsidie bepaald. Verschillen tussen de in eerste instantie afgesproken subsidie en de eindafrekening die in een verschillend jaar tot uiting komen, komen op de post "afrekeningsverschillen" terecht. Deze afrekeningsverschillen worden begroot als stelpost in programma 8, maar gerealiseerd in alle programma's. Voor een verdere specificatie van de afrekeningsverschillen wordt verwezen naar tabel 5.4.1 in deze jaarrekening.
  18. Bij de begroting 2018 zijn alle apparaatskosten verdeeld over de programma’s via een bepaalde verdeelsleutel. Gedurende het uitvoeringsjaar hebben er wijzigingen plaatsgevonden op de totale omvang van de apparaatskosten. Deze wijzigingen zijn in eerste instantie verwerkt in programma 8 (als “nog te verdelen apparaatskosten”). Bij de jaarrekening zijn deze wijzigingen weer verdeeld over de 7 beleidsprogramma’s. Daarom is er sprake van een onderschrijding in programma 8 en een overschrijding in de andere programma’s. Voor de toelichting op de verschillen tussen begrote en gerealiseerde totale apparaatskosten wordt verwezen naar de paragraaf bedrijfsvoering

Baten

  1. De baten zijn verlaagd met € 1.572.000. Dit zijn baten die ontvangen zijn van de deelnemende gemeenten inzake het convenant Gebiedsgerichtbeheer ’t Gooi die zijn ontvangen in de periode 2011 t/m 2018. Deze middelen dienen verantwoord te worden onder de balanspost “Vooruitontvangen middelen, categorie overheden”.
  2. PS hebben geen nazorgheffing opgelegd in 2018. Met deze nazorgheffing is wel rekening gehouden in de begroting. Tegenover deze lagere baten staan ook lagere lasten (zie onder lasten, nr. 9).
  3. De provincie heeft voor 4 projecten budget aangevraagd. Het Rijk heeft bij haar budgettoekenning rekening gehouden met het thema (spoedsanering, gebiedsgerichte aanpak of overig) waarin een project valt en daarbij onderscheid gemaakt tussen onderzoek en uitvoering (sanering). Het toegekende budget is € 389.000 lager uitgevallen dan was aangevraagd.
  4. Het opleggen en verbeuren van dwangsommen is voorafgaand aan het begrotingsjaar lastig te voorspellen. Het is geheel afhankelijk van de mate waarin de bedrijven zich aan de wet-en regelgeving houden en in welke mate ze zich houden aan waarschuwingen/voorschriften van de omgevingsdiensten. In 2018 zijn er € 273.000 meer baten gerealiseerd.
  5. De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) regelt de omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning is één geïntegreerde vergunning voor bouwen, wonen, monumenten, ruimte, natuur en milieu. Voor de uitvoering van de Wabo bedroeg de totale legesraming in 2018 voor de provincie Noord-Holland € 2,3 miljoen. Uiteindelijk is er € 101.000 minder gerealiseerd.
  6. Bij graafwerkzaamheden om zand, klei of grind te winnen of om bijvoorbeeld een recreatieplas, natuurgebied of haven te realiseren, is er sprake van ontgronding. Voor een deel van deze werkzaamheden is een vergunning op basis van de Ontgrondingenwet en de Ontgrondingenverordening nodig. Doordat er in 2018 minder vergunningaanvragen zijn gedaan voor ontgrondingen is de legesopbrengst € 97.000 lager dan verwacht.
  7. Afrekeningsverschillen: zie ook bij lasten (nr. 17).

Onttrekkingen reserves

  1. Deze hogere storting van € 6.952.000 betreft middelen van de provincie die van de voorziening worden overgeheveld naar de bestemmingsreserve Bodemsanering.
  2. Dit betreft een lagere onttrekking aan de reserve Bodemsanering. Zie onder lasten, nr. 8.