Lasten

1. Doordat aanvragers meer tijd nodig hebben dan gedacht om met een goed project te komen of omdat een project afgekeurd wordt, zijn er minder subsidies verleend dan verwacht. De onttrekking aan de reserve is ook lager (zie ook bij onttrekkingen reserves, nr. 9). Daarnaast is de reservering voor overprogrammering van Kansen voor West 1 vrijgevallen.
2. Medio 2018 zijn middelen (in totaal € 800.000 voor 2018 en 2019) beschikbaar gesteld voor het project versterking kwaliteit en integriteit lokaal bestuur. De uitvoering van dit project is later gestart dan gepland, omdat het meer tijd kostte dan verwacht om hiervoor een projectleider aan te stellen. Daarom is er € 363.000 als uitgestelde intentie meegenomen van 2018 naar 2019.
3. Doordat meer onderzoeken, evaluaties en monitors door de provincie zelf zijn uitgevoerd en uitbesteding niet nodig was, is het geraamde budget niet volledig (namelijk € 266.000 minder) besteed.
4. In 2018 heeft de provincie het eerste deel van het digitale archief overgebracht naar het E-depot van het Noord-Hollands Archief(NHA) . Dit had een experimenteel karakter: onze provincie was de eerste zorgdrager die een deel van haar digitale collectie heeft overgedragen. Omdat het bovendien slechts een betrekkelijk klein deel was, heeft het NHA besloten hiervoor geen kosten in rekening te brengen en is een onderschrijding ontstaan van € 145.000.
5. Het aantal gemeenten dat besluit tot een bestuurskrachtonderzoek wisselt per jaar. In 2018 hebben gemeenten minder beroep gedaan op de uitvoeringsregeling voor het doen van onderzoeken naar hun bestuurskrachten, naar mogelijkheden om die bestuurskracht te versterken en om regionale bestuurlijke samenwerking te verstevigen.
6. Er is minder ondersteuning nodig geweest voor burgerparticipatie met name door het zelf organiserend vermogen van inwoners. In 2019 zullen deze middelen worden ingezet voor een pilot burgerparticipatie en de monitoring en evaluatie daarvan
7. Lasten zoals subsidies worden soms administratief afgehandeld in een later jaar dan waarop de subsidie betrekking heeft. Bij deze eindafrekening wordt aan de hand van de subsidievoorwaarden en de werkelijke kosten het precieze bedrag van de subsidie bepaald. Verschillen tussen de in eerste instantie afgesproken subsidie en de eindafrekening die in een verschillend jaar tot uiting komen, komen op de post "afrekeningsverschillen" terecht. Deze afrekeningsverschillen worden begroot als stelpost in programma 8, maar gerealiseerd in alle programma's. In programma 1 is bij voorbeeld van het IPO € 100.000 ontvangen i.v.m. de afrekening over 2017. Voor een verdere specificatie van de afrekeningsverschillen wordt verwezen naar tabel 5.4.1 in deze jaarrekening.
8. Bij de begroting 2018 zijn alle apparaatskosten verdeeld over de programma’s via een bepaalde verdeelsleutel. Gedurende het uitvoeringsjaar hebben er wijzigingen plaatsgevonden op de totale omvang van de apparaatskosten. Deze wijzigingen zijn in eerste instantie verwerkt in programma 8 (als “nog te verdelen apparaatskosten”). Bij de jaarrekening zijn deze wijzigingen weer verdeeld over de 7 beleidsprogramma’s. Daarom is er sprake van een onderschrijding in programma 8 en een overschrijding in de andere programma’s. Voor de toelichting op de verschillen tussen begrote en gerealiseerde totale apparaatskosten wordt verwezen naar de paragraaf bedrijfsvoering.

Onttrekkingen reserves

9. De onttrekking aan de reserve Cofinanciering Europese projecten is lager, omdat er minder subsidies zijn verleend (zie ook bij lasten, nr. 1).