De onderstaande apparaatskosten vertegenwoordigen de totale kosten van de bedrijfsvoering. Dit betreft onder andere de kosten voor personeel, ICT, huisvesting en facilitaire zaken.
De apparaatskosten zijn in 2018 met een bedrag van € 2,7 miljoen onderschreden. Zoals is bepaald bij de instelling van de reserve Bedrijfsvoering is de onderschrijding op materiële apparaatskosten van € 0,6 miljoen gestort in de reserve Bedrijfsvoering.
De apparaatskosten zijn als volgt verdeeld naar een loon- en overige component (waarbij inhuurkosten ten laste van de formatie zijn opgenomen in het loondeel) :
Verdeling apparaatskosten
Oorspronkelijke begroting 2018 | Actuele begroting 2018 | Werkelijk 2018 | Restant 2018 | |
Personeel | € 81.743.000 | € 80.358.000 | € 79.545.000 | € 813.000 |
Materieel | € 30.303.000 | € 36.263.000 | € 34.361.000 | € 1.902.000 |
Totaal | € 112.046.000 | € 116.621.000 | € 113.906.000 | € 2.715.000 |
De verdeling van de apparaatskosten over de begrotingsprogramma’s en operationele doelen heeft plaatsgevonden op basis van de verdeelsleutel per directie zoals die bij de begroting 2018 is vastgesteld. In 2018 is voor een bedrag van € 2,52 miljoen doorbelast aan investeringskredieten, terwijl in de begroting is uitgegaan van € 5,44 miljoen.
Een deel van de apparaatskosten wordt gedekt uit reserves. Het betreft de reserves Huisvesting, Organisatieveranderingen, Vervanging ICT-apparatuur, Bedrijfsvoering en GO-gelden. Begroot is dat een bedrag van € 4,93 miljoen zou worden gedekt. De werkelijke kosten ten laste van deze reserves bedroegen in 2018 € 3,66 miljoen (zie ook onderstaande verklaringen). Doordat de werkelijke kosten ten laste van deze reserves € 1,27 miljoen lager zijn geweest, is er in 2018 ook € 1,27 miljoen minder onttrokken uit de betreffende reserves.
De totale onderschrijding op apparaatskosten bedraagt € 2,71 miljoen (2,33 %). De belangrijkste onderschrijdingen worden als volgt verklaard:
- In het kader van de ontwikkeling van de organisatie zijn niet alle formatieplaatsen ingevuld met eigen personeel. Daardoor zijn de loonkosten lager geweest dan geraamd. De meest urgent openstaande formatieplaatsen zijn ingevuld door externe inhuur;
- In de begroting zijn middelen toegevoegd voor motie 110. De besteding van dit incidenteel budget verloopt vertraagd omdat tussen het beschikbaar komen van budget en het daadwerkelijk aanstellen van de mensen enige tijd tussen zit. Daarnaast is het lastig gebleken om op basis van tijdelijke dienstverbanden mensen aan te trekken. Dit geldt ook voor inhuur op interim-basis, waardoor een deel van het werk is verschoven naar 2019. Het gaat om een bedrag van € 530.000;
- Minder inzet voor de Koepelovereenkomst Flevoland. In de Koepelovereenkomst is voorzien in een dienstverlening voor de provincie Flevoland met een omvang van 7 fte. Medewerkers bieden zelf aan, op basis van vrijwilligheid, om werk in Flevoland te verrichten. In 2018 was het animo om hiervoor in aanmerking te komen gering, waardoor maar 2,5 fte van de 7 zijn ingevuld;
- De uitgaven voor het Persoonlijk Opleiding Budget zijn in 2018 lager geweest dan begroot. Volgens de CAO heeft iedere medewerker een budget beschikbaar van € 5.000, te besteden in vijf jaar tijd. Gemiddeld zou dat leiden tot een besteding van circa € 1,0 miljoen per jaar. Met dit bedrag is in de begroting dan ook rekening gehouden. In 2018 is in werkelijkheid € 416.000 uitgegeven;
- Lagere uitgaven voor de realisatie van het I-portfolio, waardoor minder is onttrokken aan de reserve bedrijfsvoering. Deels zijn de lagere uitgaven veroorzaakt doordat bij een aantal projecten de planning die voor de start van het realisatietraject wordt opgesteld te ambitieus blijkt en wordt bijgesteld. De kosten schuiven daardoor in de tijd naar achteren en de te realiseren doelen worden later behaald;
- Door PS is bij de overdracht van de VTH-plustaken aan de omgevingsdiensten incidenteel geld beschikbaar gesteld binnen de apparaatskosten voor frictiekosten. Voor 2018 (het laatste jaar waarin budget beschikbaar is gesteld) was het oorspronkelijke bedrag € 500.000. Bij de laatste begrotingswijziging is dit budget al verlaagd met € 250.000. Een ingecalculeerde bijdrage aan één van de omgevingsdiensten is niet tot besteding gekomen in 2018. Op het budget is in totaal € 145.000 niet uitgegeven.