Wij heffen jaarlijks de volgende provinciale heffingen:
- Belastingen: betalingen voor uitvoering van collectieve vormen van dienstverlening met een algemeen belang. De provincie kent provinciale opcenten motorrijtuigenbelasting op de hoofdsom van de motorrijtuigenbelasting. De opbrengst van deze belasting is een algemeen dekkingsmiddel.
- Heffingen: betalingen voor uitvoering van publiekrechtelijke dienstverlening. De provincie Noord-Holland kent de nazorgheffing gesloten stortplaatsen en de grondwaterheffing.
- Rechten: betalingen voor individuele dienstverlening van typische overheidsdiensten van publiekrechtelijke aard. De provincie Noord-Holland kent leges en overige rechten.
Belastingen: opcenten motorrijtuigenbelasting
Motorrijtuigenbelasting (MRB) wordt geheven over het bezit van een motorvoertuig. De heffing en inning van de MRB, waarop de provinciale opcenten meeliften, wordt verzorgd door de Belastingdienst. Bovenop de MRB betalen houders van personenauto’s en motoren ‘provinciale opcenten’. De provincies stellen zelf hun opcenten-tarief motorrijtuigenbelasting vast. Het maximum tarief is voor 2018 bepaald op 111,8 opcenten. Het huidig tarief in de provincie Noord-Holland bedraagt 67,9 opcenten. Sinds 2016 werkt een verandering in de provinciale belastinggrondslag (bijvoorbeeld de verhuizing van een Groot Wagenparkhouders (GWH)/leasebedrijf naar een andere provincie) direct door in de verdeling van het provinciefonds. Een verandering in de grondslag heeft een egaliserende werking in de uitkering provinciefonds.
Aandeel voertuigen grootwagenparkhouder/leasebedrijf 2017-2018
Grafiek aandeel voertuigen
aantal voertuigen
Heffingen
Nazorgheffing gesloten stortplaatsen
In de zogenaamde Leemtewet is op 1 april 1998 een regeling in de Wet Milieubeheer opgenomen over de nazorg van operationele stortplaatsen. Dit zijn stortplaatsen waar het storten van afvalstoffen niet vóór 1 september 1996 is beëindigd. In deze wet is bepaald dat de provincies bestuurlijk en financieel ervoor verantwoordelijk zijn dat deze stortplaatsen na sluiting geen nadelige gevolgen voor het milieu veroorzaken. Daartoe dient eeuwigdurende nazorg plaats te vinden. Dit houdt in dat maatregelen genomen dienen te worden om bodembeschermende voorzieningen op gesloten stortplaatsen in stand te houden, te onderhouden, te herstellen en eventueel te vervangen. Voorts dienen de bodem beschermende voorzieningen regelmatig geïnspecteerd en de bodem onder de stortplaats onderzocht te worden. Ter bestrijding van deze kosten is een nazorgheffing ingesteld die wordt geheven bij de exploitanten van de operationele stortplaatsen. De provincie Noord-Holland heeft acht stortplaatsen die onder deze regeling vallen. In 2018 is er geen opbrengst nazorgheffing geraamd. Het Nazorgfonds, waar de heffingsopbrengsten in worden gestort, is een bij wet vastgestelde rechtspersoon. In het Nazorgfonds wordt een zodanig kapitaal opgebouwd, dat uit het rendement daarvan de eeuwigdurende nazorg gefinancierd kan worden. Het Nazorgfonds gesloten stortplaatsen bevatte per 1 januari 2018 afgerond € 49,1 miljoen en per 1 januari 2019 € 48,46 (inclusief rendement minus gemaakte nazorgkosten).
Grondwaterheffing
In december 2009 is de Waterwet in werking getreden. De heffing is bestemd ter bestrijding van een groot deel van de ten laste van de provincie komende kosten die zijn verbonden aan het grondwaterbeheer. Er is een voorziening grondwaterheffing ingesteld. Deze voorziening dient om fluctuatie in het heffingstarief te voorkomen. Heffingsplichtig zijn de onttrekkers van 12.000 m³ of meer grondwater per heffingsjaar. Het tarief is in 2010 vastgesteld op € 0,0085 per m³ onttrokken grondwater. De aanslagen worden achteraf opgelegd. Voor 2018 werd een opbrengst geraamd van € 0,73 miljoen. Het totaal van de opgelegde aanslagen over 2018 bedraagt € 873.921. In 2018 is een bedrag van € 689.853 opgenomen voor apparaatskosten, kosten van beheer en onderhoud van het grondwatermeetnet en onderzoek De voorziening grondwaterheffing was op 1 januari 2019 € 1,79 miljoen.
Saldi voorziening grondwaterheffing
Periode | Voorziening grondwaterheffing |
1 januari 2018 | € 1.601.094 |
31 december 2018 | € 1.785.162 |
Rechten
Leges ofwel rechten zijn betalingen voor individuele dienstverlening van typische overheidsdiensten van publiekrechtelijke aard. Er is sprake van een dienst indien degene, voor wie de handeling wordt verricht, rechtstreeks en in overheersende mate een individueel belang heeft bij deze handeling. Daarmee onderscheiden de rechten zich van belastingen. Zuiver publiekrechtelijke handelingen van de overheid, zoals het verlenen van vergunningen of ontheffingen zijn diensten in deze zin. Uitgangspunt van Provinciale Staten is dat leges kostendekkend zijn. Provinciale Staten voeren als beleid dat kostendekkendheid in eerste instantie bereikt wordt door het optimaliseren van efficiency en in tweede instantie door het verhogen van de tarieven. Dit beleid vereist meer inzicht in de kostenstructuur, kostenbeheersing en kostentoerekening. Voor 2018 werd een totaalopbrengst leges geraamd van € 1,8 miljoen. In totaal werd over 2018 € 3.003.230 aan leges ontvangen. De hoger uitvallende opbrengst vloeit in hoofdzaak voort uit een hoger dan geraamde opbrengst leges Wabo door meer ingediende aanvragen voor bouwvergunningen vanwege de aantrekkende economie. Daarnaast worden de ontvangen leges voor vergoeding van schade veroorzaakt door in het wild levende beschermende dieren nu inzichtelijk gemaakt (circa € 280.000). In het verleden werden deze legesopbrengsten gesaldeerd met de uit te betalen schadevergoedingen.