jaarverslag 2018

Onderhoud kapitaalgoederen

Infrastructuur

De instandhouding van de provinciale infrastructuur legt een groot beslag op de provinciale begroting. Hierdoor is in de afgelopen jaren steeds nadrukkelijker de behoefte ontstaan om de infrastructuur professioneler, doelmatiger en efficiënter in stand te houden. Om hieraan te voldoen zijn de principes van assetmanagement en gebiedscontracten omarmd.
De provincie Noord-Holland is sinds 2015 gecertificeerd  beheerder conform de internationale norm voor Assetmanagement ISO 55001. De provincie Noord-Holland zet daarom in op continue verbetering en ontwikkeling van de organisatie. Dit doen we door de kwaliteit van onze werkprocessen voortdurend te toetsen. Najaar 2018 is met succes een pre-audit uitgevoerd door een extern certificeringsbureau ten behoeve van volledige audit die in 2019 gepland staat.

Assetmanagement beoogt de benodigde instandhoudingsmaatregelen van het areaal af te wegen op basis van de aspecten areaalprestatie, faalrisico’s en kosten. Waar eerder de degradatie van de technische staat leidend was voor het plegen van onderhoud, is nu het op bestuurlijk vastgesteld kwaliteitsniveau functioneren van het areaal leidend. Dit is vastgelegd in de Nota Infrastructurele Kapitaalgoederen 2016-2019 (NIKG). Hierin is omschreven welke kapitaalgoederen de provincie in eigendom heeft en op welk kwaliteitsniveau deze in stand gehouden moeten worden. Ook is hierin vastgelegd welke financiële middelen hiervoor noodzakelijk zijn. Het uitgangspunt is dat de Nota Kapitaalgoederen eens in de 4 jaar wordt vastgesteld. Dit sluit aan op het advies van de commissie Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV). De huidige nota heeft een looptijd tot 2020. Inmiddels is gestart met de voorbereiding van de nieuwe NIKG. De nieuwe naam van de NIKG zal de Strategisch Assetmanagent Plan worden, omdat dit beter de lading dekt en ook past bij assetmanagement. In de NIKG 2016-2019, worden de onderstaande beeldkwaliteitsniveaus voor de verschillende netwerken van de provinciale infrastructuur gehanteerd. Deze zijn gebaseerd op  de landelijke CROW-systematiek. Uit inspecties blijkt dat 97% van het areaal voldoet aan de vastgestelde kwaliteitsniveaus, dat is 2% hoger dan de streefwaarde, welke is gesteld in de begroting 2018. Het areaal wat momenteel niet voldoet aan het vastgestelde kwaliteitsniveau zal in onderhoud worden genomen, zoals bijvoorbeeld de N246, N417, of de N521 zie het PMO. Wanneer naar de individuele netwerken wordt gekeken, dan valt op dat alleen de busbanen 1% onder de streefwaarde liggen. Dit wordt veroorzaakt door HOV-03 (kerntraject ter hoogte van rijksweg A4 tot aan de Aalsmeerderbrug). Op deze busbaan is lokaal scheurvorming ontstaan wat in 2019 wordt aangepakt.

Beeldkwaliteit

Netwerken

Bestuurlijk vastgesteld kwaliteitsniveau

Werkelijk kwaliteitsniveaus t.o.v. gehele netwerk (%)

Streefwaarde 95% ≥ kwaliteitsniveau

Realisatie

A+

A

B

C

D

totaal

Stroomwegen

B

15%

18%

62%

3%

2%

100%

95%

95%

Overige wegen

C

9%

34%

26%

30%

1%

100%

95%

99%

Fietspaden

B

3%

51%

41%

4%

1%

100%

95%

95%

Busbanen (incl. haltes)

B

3%

4%

87%

6%

0%

100%

95%

94%

Vaarwegen

(C/D) *)

nvt

nvt

nvt

nvt

nvt

nvt

nvt

nvt

Totaal

-

-

-

-

-

-

-

95%

97%

*) risicogestuurd

Naast de bovenstaande eis over beeldkwaliteit zijn er bij de begroting 2018 ook andere eisen gesteld. Zo is er gesteld dat bij de vaarwegen geen stremmingen voor de gebruikers mogen ontstaan ten gevolge van een calamiteit aan de oevers. In 2018 zijn geen stremmingen als gevolg van een calamiteit aan de oever opgetreden. Bij de tunnels was de beschikbaarheid 98,7 % en is de eis van 98,5 % gehaald. Daarnaast is door verdere optimalisatie van de verkeersregelinstallaties (VRI’s) het aantal voertuigverliesuren in 2018 met 7 % afgenomen, dat is 1% hoger dan de streefwaarde. De ontwikkeling van de betrouwbaarheid wordt niet jaarlijks gemeten. De meest recente cijfers zijn gerapporteerd in de tussenevaluatie van het beleidskader. Met betrekking tot de ontwikkeling van de betrouwbaarheid is het volgende gemeten (bron: tussenevaluatie 2017)

  • Bij 29% van de bemeten trajecten is de betrouwbaarheid met 10% of meer verbeterd.
  • Op 16% van de trajecten is wel een verbetering zichtbaar, maar is die verbetering kleiner dan 10%.
  • Op ongeveer de helft van de trajecten is sprake van een verslechtering van de betrouwbaarheid.

Resumerend levert dit de volgende resultaten op in de onderstaande tabel.

Resultaten

Streefwaarde 2018

Realisatie 2018

Minimaal 95% van de netwerken voldoet aan het kwaliteitsniveau

95%

97%

Geen ongeplande stremmingen vaarwegen t.g.v. calamiteiten oevers

0%

0%

Beschikbaarheid tunnels

98,5%

98,7%

Afname aantal voertuigverliesuren per jaar

6%

7%

Toename van de betrouwbaarheid van de reistijd per jaar

0,1

<10%

Gebiedsgerichtwerken

Om het gebiedsgericht beheer te kunnen incorporeren, zijn binnen de ambtelijke organisatie de verschillende beheeraspecten en processen per gebied uitgewerkt, zoals de gebiedsnotities. Die bevatten de gebiedsspecifieke doelen en ambities met betrekking tot het beheer en onderhoud per gebied in Noord-Holland. Een ander belangrijk instrument bij het gebiedsgericht werken is de uitrol van de gebiedscontracten, waarbij de instandhouding van het areaal voor een contractduur van 10 jaar naar de markt is gebracht. De aannemers van de gebiedscontracten moeten ervoor zorgen dat onze infrastructuur aan hierboven genoemde kwaliteitsniveaus voldoen en waarbij de hinder voor de gebruiker zoveel mogelijk wordt beperkt. Maar hoe ze dat bereiken bepalen ze in grote mate zelf. Daarmee benutten we maximaal de kennis van de markt en schaalvoordelen. De (vervangings-) investeringen worden nog wel zelf door de provincie bepaald. Op deze wijze worden alle te nemen maatregelen aan het infrastructurele areaal op gebiedsniveau afgewogen, bepaald en ook herleid naar de eisen, richtlijnen, doelen en bedrijfswaarden van de provincie Noord-Holland.
In 2018 zijn de laatste 2 gebiedscontracten (Zaanstreek-Waterland en Noord- Holland-Zuid) operationeel en wordt nu een groot deel van de instandhouding van provinciaal areaal uitgevoerd middels gebiedscontracten. De gebiedscontracten zijn binnen het beschikbare budget gegund en de samenwerking met de gebiedscontractanten verloopt goed.
Er zijn ook aspecten van het onderhoud die moeilijk passen in een  gebiedscontract en waarvan het efficiënter is om deze centraal te beleggen, zoals bijvoorbeeld Centrale Brugbediening, Dynamische Verkeersmanagement (DVM), Gladheidscoördinatie.

Provinciaal Meerjarenprogramma Onderhoud & Investeringen

Alle maatregelen aan het infrastructurele areaal zijn begroot en in een basisplanning opgenomen. Dit gebeurt allereerst in de Provinciale Programmaplanning Infrastructuur. Een extractie daaruit voor de eerstvolgende 8 jaren is nader uitgewerkt en opgenomen in het bestuurlijk vast te stellen Provinciaal Meerjarenprogramma Onderhoud (PMObetreft instandhouding) en het Provinciaal Meerjarenprogramma Investeringen (PMI betreft aanleg). In het PMO wordt het totale financiële overzicht gegeven van vast onderhoud (klein jaarlijks onderhoud), variabel onderhoud (groot cyclisch onderhoud) en vervangingsinvesteringen. De maatregelen voor groot onderhoud en vervanging zijn benoemd per gebied.  In november 2018 is het nieuwe 2019-2026 door PS vastgesteld, te samen met het (PMI). Van beiden producten zijn in de digitale versies op kaart de lopende projecten in de verschillende gebieden van de provincie Noord-Holland weergegeven.

Duurzaamheid

Bij de onderhoudsprojecten is ook veel aandacht voor innovatie en duurzaamheid, te meer omdat  hiermee de infrastructuur duurzamer maar ook efficiënter in stand wordt gehouden. Zo wordt om energie te besparen de verlichting voorzien van Led verlichting.  Ook wordt energie opgewekt door middel van Solaroad. Om de levensduur van de infrastructuur te verlengen worden projecten met Bioreparatiebeton, Epoxyasfalt, IFD en ISB uitgevoerd. Biobeton zorgt ervoor dat scheuren in de beton zichzelf dichten. Hierdoor wordt zogenaamde “betonrot” voorkomen. Epoxyasfalt heeft de potentie om 4 keer zolang mee te gaan als “normaal”asfalt. In 2018 is onderzoek opgestart aan de TU Delft en zijn de eerste proefvakken aangelegd in de Provincie Noord-Holland (ondermeer de NN249). Teneinde onze beweegbare bruggen circulair, efficiënt en sneller te bouwen en te onderhouden is in 2018, in samenwerking met het NEN, een NTA (Nederlands Technische Afspraak) opgeleverd voor IFD (Industrieel, Flexibel en Demontabel) bouwen. Het jaar 2018 ook gebruikt om te zorgen dat dit goed in onze contracten kan worden meegenomen. Tenslotte is het traject ISB (innovatieve Stalen Bruggen) ingezet. Hierin wordt de kracht van de markt gebruikt om de levensduur van stalen brugdekken substantieel te verlengen, tegen lagere kosten.
Om de biodiversiteit te verbeteren worden onder andere natuurvriendelijke oevers en faunaverbindingen aangelegd en worden ecologisch waardevolle bermen ecologisch gemaaid.  Om de biodiversiteit verder te verbeteren is in 2018 samen met de gebiedscontractant van gebied ‘Zuid-Kennemerland/ IJmond’ gestart met een pilot ‘sinusmaaien’ op de N203. Daarbij wordt in meerdere fases de berm gemaaid, zodat er altijd een leefgebied voor de insecten aanwezig blijft. De eerste resultaten zijn zeer positief.  

Verontreinigingen

In 2018 is tijdens een onderzoek vastgesteld dat in oude verflagen van ongeveer de helft van de beweegbare kunstwerken van de provincie chroom 6 voorkomt en mogelijk ook in oude verlagen van andere staalconstructies zoals OV-masten. Chroom 6 kan gevaarlijk zijn voor de gezondheid, met name voor het onderhoudspersoneel. Daarom is PNH in overleg gegaan met gebiedscontractanten om extra beheersmaatregelen te bepalen. Daarnaast heeft PNH juridisch laten onderzoeken wat de rechtspositie van PNH is rondom de aansprakelijkheid. De uitkomsten hiervan zullen in 2019 gereed zijn.
Daarnaast  is in de omgeving Schiphol de afgelopen jaren de chemische stof PFOS, in de grond aangetroffen. De provincie en de gemeente Haarlemmermeer hebben hiervoor beleid vastgesteld in 2017, maar er is nog geen landelijk beleid geformuleerd. De aanpak van PFOS bij de uitvoering van infrastructurele projecten leidt dan ook steeds meer tot extra kosten.

Prijsstijgingen

Chroom 6, PFOS en de marktsituatie zorgen voor kostenverhogingen en vertragingen. Door toenemende vraag en gebrek aan personeel en materiaal kunnen aannemers niet voldoende werk en kwaliteit leveren. Omgeving eist steeds nadrukkelijker een positie op tijdens de planvorming en realisatie van infrastructuur.

ga terug